Beleggen in opkomst!
Uitleg over de voor- en nadelen van beleggen versus sparen.
Uitleg over de voor- en nadelen van beleggen versus sparen.
Sparen voelt veilig. Je weet dat je geld er morgen nog staat en dat je er altijd bij kunt. Handig voor je buffer of een onverwachte uitgave. Alleen… met de huidige spaarrentes groeit je geld nauwelijks mee. Sterker nog, door inflatie wordt je spaarsaldo elk jaar sinds 2017 een (beetje) minder waard.
Beleggen werkt anders. Je zet je geld aan het werk in bedrijven, fondsen, indexen, valuta aandelen of projecten die kunnen groeien. Daardoor heb je kans op een veel hoger rendement dan bij sparen. Natuurlijk, de waarde van beleggingen kan schommelen en soms even tegenvallen. Maar wie de tijd neemt en zijn geld slim spreidt, ziet vaak dat het op lange termijn juist wél meer oplevert.
Veel mensen kiezen voor balans door een mix van beiden toe te passen.
Een (veilige) buffer op een spaarrekening voor onverwachte kosten, en daarnaast beleggen voor de toekomst. Zo combineer je een vorm van zekerheid met groeikansen.
Kortom: sparen houdt je geld grotendeels veilig, beleggen laat je vermogen groeien.
Rekenvoorbeeld 1:
Een klant vroeg aan ons om advies of het verstandig is om €100.000 op de spaarrekening te laten staan of te beleggen. Nu geven wij geen financieel advies maar vertellen wel graag hoe wij het zien en zouden doen! Uiteindelijk moet de klant zelf beoordelen waar hij of zij zich het prettigst bij voelt.
Stel je hebt €100.000 op de spaarrekening en je laat het staan met de huidige spaarrentes per jaar van de reguliere banken welke in 2024 zijn vastgesteld op 1,47%.
€100.000,- met 1,47% spaarrente = €101.470,-
De inflatie op de koopkracht in 2024 is 3,30% en overstijgt meer dan het dubbele van de jaarrente wat resulteert op een negatief saldo van €3.300,-
Alleen al in 2024 is de koopkrachtwaarde €100.000 van onze klant met -€1.830,- gedaald.
Rekenvoorbeeld 2:
Laten we dit nu even doortrekken met €100.000,- op de spaarrekening vanaf 2017 waarin de inflatiepercentages overduidelijk de koopkrachtwaarde begonnen te overstijgen:
2017 met €100.000,- op de spaarrekening met 0.33% spaarrente = €100.330,-
Na aftrek 1,40% inflatie (€100.000 koopkracht - €1.400 inflatie van actueel spaarsaldo + €330 spaarrente) blijft er €98.930,- koopkracht over.
2018 hebben we nog €98.930 koopkracht over van 2017.
Dit jaar hebben we 0,20% spaarrente op €100.330,- wat resulteert op €100.530,66 spaarsaldo.
Na aftrek 1,70% inflatie (€98.930 koopkracht - €1.705,61 inflatie van actueel spaarsaldo + €200,66 spaarrente) blijft er €97.425,05 koopkracht over.
2019 hebben we nog €97.425,05 koopkracht over van 2018.
Dit jaar hebben we 0,13% spaarrente op €100.530,66 wat resulteert op €100.661,36 spaarsaldo.
Na aftrek 2,60% inflatie (€97.425,05 koopkracht - €2.613,80 inflatie van actueel spaarsaldo + €130,70 spaarrente) blijft er €94.941,95 koopkracht over.
2020 hebben we nog €94.941,95 koopkracht over van 2019.
Dit jaar hebben we 0,06% spaarrente op €100.661,36 wat resulteert op €100.721,76 spaarsaldo.
Na aftrek 1,30% inflatie (€94.941,95 koopkracht - €1.308,60 inflatie van actueel spaarsaldo + €60,40 spaarrente) blijft er €93.693,75 koopkracht over.
2021 hebben we nog €93.693,75 koopkracht over van 2020.
Dit jaar hebben we 0,05% spaarrente op €100.721,76 wat resulteert op €100.772,12 spaarsaldo.
Na aftrek 2,70% inflatie (€93.693,75 koopkracht - €2.719,49 inflatie van actueel spaarsaldo + €50,36 spaarrente) blijft er €91.024,62 over.
2022 hebben we nog €91.024,62 koopkracht over van 2021.
Dit jaar hebben we 0.13% spaarrente op €100.772,12 wat resulteert op €100.903,12 spaarsaldo.
Na aftrek 10,00% inflatie (€91.024,62 koopkracht - €10.077,21 inflatie van actueel spaarsaldo + €131,- spaarrente) blijft er €81.078,41 koopkracht over. Dit was het piekjaar van de inflatie.
2023 hebben we nog €81.078,41 koopkracht over van 2022.
Dit jaar hebben we 1,52% spaarrente op €100.903,12 wat resulteert op €102.436,84 spaarsaldo.
Na aftrek 3,80% inflatie (€81.078,41 koopkracht - €3.834,32 inflatie van actueel spaarsaldo + €1.533,72 spaarrente) blijft er €78.777,81 koopkracht over.
2024 hebben we nog €78.777,81 koopkracht over van 2023.
Dit jaar hebben we 1,47% spaarrente op €102.436,84 wat resulteert op €103.942,66 spaarsaldo.
Na aftrek 3,30% inflatie (€78.777,81 koopkracht - €3.834,32 inflatie van actueel spaarsaldo + €1.505,82 spaarrente) blijft er €76.449,31 over.
2025 ondanks het spaarsaldo tot op heden met de spaarrentes is gestegen (naar €103.942,66) hebben we uiteindelijk nog €76.449,31 over van 2024 aan koopkrachtwaarde.
We kunnen concluderen dat het opgebouwd spaarsaldo t/m 2024 €103.942,66 vanaf begin 2017 door de inflatie is ingehaald met dan een kwart in verlies, €27.493,35 in 8 jaar tijd!
Het vormt geen directe inbreuk op je banksaldo, maar beperkt wel je huidige bestedingsruimte voor roerend en (of) onroerend goed.
Voordelen beleggen:
Hoger rendement: Op lange termijn levert beleggen historisch gezien vaak meer op dan sparen. Compound interest op maandrente.
Inflatiebestendig: Je vermogen kan meegroeien met de economie losgekoppeld van invloeden van de inflatie, waardoor je koopkracht beter behouden blijft.
Keuzevrijheid: Je bepaalt zelf waarin je belegt — van aandelen en obligaties tot duurzame fondsen.
Vermogensopbouw: Ideaal om vermogen te laten groeien voor grotere doelen zoals pensioen of financiële vrijheid.
Nadelen beleggen:
Risico op verlies: De waarde van je beleggingen kan schommelen en soms (tijdelijk) dalen.
Geen garanties: Anders dan bij sparen is je inleg niet beschermd tegen waardeverlies door de overheid.
Geduld nodig: Beleggen is vooral interessant op de lange termijn, niet voor snelle winst. Het is geen sprint maar een marathon.
Kennis en discipline: Zonder goede spreiding of strategie loop je meer kans op teleurstelling.
Veiligheid: Je geld is tot €100.000 per bank beschermd door het depositogarantiestelsel voor als de banken omvallen (financiële crisis).
(Altijd) beschikbaar: Je kunt direct bij je geld, handig voor noodgevallen of korte termijn doelen (afhankelijk welke bank).
Geen koersrisico: Je inleg blijft intact; je loopt geen risico door schommelingen op de beurs (op uitzondering van valutakoersen tijdens internationale transacties).
Eenvoudig: Regulier sparen vraagt geen kennis of actieve keuzes.
Nadelen sparen:
Lage rente: De spaarrente ligt vaak onder de inflatie, waardoor je koopkracht daalt, zie voorbeeld CBS hieronder.
Beperkte groei: Je vermogen neemt nauwelijks toe op lange termijn. Compound interest (slechts) op jaarrente.
Inflatierisico: Terwijl prijzen stijgen, blijft je saldo vrijwel gelijk je geld wordt dus minder waard.
Geen rendementskansen: Anders dan bij beleggen profiteer je niet mee van economische groei.
CBDC: Onvoorspelbaarheid toegankelijkheid spaarrekeningen door komst van het CBDC (Central Bank Digital Currency)


De kracht van compounding wordt weergegeven in het voorbeeld.
Als we kijken naar het bovenstaande rekenvoorbeeld 2 waarin de klant een koopkracht verlies heeft geleden van ruim €27.000,- in 8 jaar tijd. Dan kunnen we concluderen als de klant in 2017 alleen al zou starten met €5.000,- van het spaargeld, nu in 2025 het spaarsaldo meer dan het dubbele waard geweest had kunnen zijn met goed beleggen!
Begonnen met €5.000,- en inleg €250,- per maand 5 jaar lang. Met totaal €20.000,- inleg (start bedrag + 60 maanden €250,- per maand) waarin we compounden met minimaal 5% per maand, kan het na 5 jaar uitgroeien tot een bedrag van €161.791,86!
Compound calculator

So! Why wait, let's compound!
( Nee, na het invullen van je email krijg je geen irritante verkoopmailtjes! )
